„Die mevrouw, daar links achter… die vindt het niet leuk.” Greg Nottrot heeft zich omringd met alles waar hij als tienjarig jongetje met een voorliefde voor spelshows van droomde: een muur met vakjes waar prijzen in liggen, lichtgevende bordjes met instructies als ‘Applaus!’ en ‘Lachen!’, breed grijnzende assistenten (Joep Hendrikx en Floor Leene) in glitterpakjes. Maar het is niet genoeg. Niet zolang hij niet zeker weet dat iedereen, echt íédereen het leuk heeft. Ook de mevrouw links achterin.
„Ik maak me een beetje zorgen over u”, zegt Nottrot. „U vindt het niet leuk, hè? U vindt het maar plat vermaak.” „Greg”, valt Leene hem gepikeerd in de rede, „dit hoeft echt niet, ze gaat het straks allemaal begrijpen.” Maar Nottrot blijft dreinen en vleien: waarom heeft de mevrouw het niet leuk? Kan hij haar anders plezier doen met een mooie prijs? Een grillplaat, bijvoorbeeld („Néé”, roept Leene), of zo’n leuk Kinder Surprise-ei? „Fiets jij even naar de Jumbo, Joep”, besluit hij. „Ga even zo’n ei halen.”
Vakantiespelshow
In De Holidayshow – vernoemd naar de gelijknamige spelshow uit de jaren negentig – wordt alles op alles gezet om het publiek een leuke tijd te laten beleven. Nottrot was als kind eindeloos onder de indruk van de vrolijke vakantiespelshow, en in het bijzonder van de glamoureuze presentator Frank Masmeijer. Het was plat vermaak, zegt Nottrot nu, „ongehinderd door engagement”. En daar schuilde ook precies de aantrekkingskracht van de show in.
Lees ook
Theatermaker Greg Notrott: ‘Ik zou graag meer als Frank Masmeijer willen zijn’
Jarenlang droomde Nottrot ervan om zelf een quizmaster te worden à la Masmeijer, zelfs toen zijn idool eenmaal van zijn voetstuk was gedenderd en betrokken raakte bij een drugssmokkelschandaal. Maar mag je als theatermaker nog wel plat entertainment bieden in deze woelige tijden? Moet er niet altijd een laagje engagement worden aangebracht, al was het maar om de broodnodige subsidies te krijgen? En bestaat er wel zoiets als een zorgeloze spelshowhost, of heeft ieder vrolijk gezicht zijn schaduwzijde?
Die vragen en meer legt het Utrechtse theatergezelschap Het NUT op tafel in De Holidayshow, zonder dat de toon ooit echt zwaar wordt. Het spel is luchtig en de voorstelling is op vindingrijke wijze vormgegeven als chaotische, snel ontsporende spelshow, met de esthetiek van vergane jaren-negentig-glorie (nét te veel glitter, nét te veel goudkleurig bordkarton).
Baldadige showhost
Dat spelshowformat is gedurfd: het vergt publieksparticipatie, en daarmee ook een groot improvisatievermogen van het drietal spelers. Daar blijken ze zonder meer over te beschikken. De hele avond lang blijven ze gevat, charismatisch en een tikkeltje onvoorspelbaar. Vooral Nottrot weet zijn rol als steeds baldadigere spelshowhost zo overtuigend te spelen („Dit is léúk”, schreeuwt hij telkens wat harder) dat je je soms even zorgen maakt over wat zijn volgende stap zal zijn.
Hier en daar vloeit die charmante rommeligheid net te veel over in de scènes zonder publieksparticipatie. Dan roepen de spelers zo veel door elkaar dat ze moeilijk te verstaan zijn, of vallen ze wel erg veel in herhaling. Maar daar kijkt een spelshowliefhebber wel doorheen. En wanneer Nottrot aan het eind van de avond zijn laatste, uitgeputte „Leuk, hè?” de zaal in slingert, ontkom je er niet aan om gemoedelijk te knikken. Ja: erg leuk.